Natuurkunde
Het vak natuurkunde wordt in de onderbouw gegeven vanaf het tweede leerjaar en is hier een verplicht vak. In de bovenbouw is het op alle afdelingen een keuzevak. Of je het vak wilt kiezen hangt natuurlijk af van je prestaties in de onderbouw en de studierichting die je na je middelbare school wilt gaan doen. Of je het vak kan kiezen hangt ook af van de adviezen die je van je docenten krijgt.
Lesprogramma
Onderbouw
In het tweede leerjaar wordt het vak natuurkunde in combinatie met het vak scheikunde gegeven (NaSk) voor een of twee uur per week. Je maakt daar breed kennis met veel aspecten van natuurkunde en scheikunde; zoals licht, geluid, beweging, krachten, deeltjes en modellen, energie en stromen.
Bij NaSk kennen we theorielessen en practicumlessen. De theorielessen verlopen vrijwel allemaal volgens een min of meer vast patroon. De les start met een herhaling van de vorige les(sen) en het bespreken van het huiswerk, vervolgens wordt er nieuwe stof uitgelegd en kan je in de les al aan de slag met het maken van je huiswerk. Dat is belangrijk, want dan kan je direct hulp vragen van de docent of je klasgenoten als je iets niet snapt. Tijdens dit soort lessen worden ook demonstratie-proefjes gedaan om de theorie te verduidelijken of toe te lichten.
Daarnaast zijn er practicumlessen, deze lessen moet je thuis voorbereiden. Het doel van deze proefjes is om meer vaardig te worden in het uitvoeren van experimenten. Tijdens de les werk je in tweetallen aan het uitvoeren van het practicum. Van elk practicum moet je tenslotte en verslag maken, er zijn regels hoe zo’n verslag er uit moet zien.
Het tweede leerjaar is een introductie jaar waarin je van alles wat leert en daarnaast ook veel aan practicum doet. Je leert hoe je proefjes moet doen die met de leerstof te maken hebben en hoe je een prakticumverslag moet maken.
In het derde leerjaar komen alle onderwerpen weer terug, maar nu ga je dieper in op de onderwerpen. Ook het rekenwerk, het toepassen van wiskunde, wordt nu veel belangrijker.
Bovenbouw
In de bovenbouw van alle afdelingen zal je als je het vak gekozen hebt steeds dieper op de onderwerpen in gaan. Het rekenen met en het begrijpen van de theorie wordt steeds belangrijker, net als het zelfstandig werken. Dat laatste komt het best tot uiting in de onderzoekjes die je zelfstandig moet gaan uitvoeren. Tijdens het voorbereiden en uitvoeren krijg je nog wel begeleiding, maar er wordt veel initiatief van je zelf verwacht. Ook van deze onderzoekjes moet je weer verslagen maken.
In de bovenbouw wordt de computer veelvuldig ingezet: als meetinstrument, als oefenmiddel, als informatiebron en natuurlijk bij het maken van je verslag en het verwerken van je metingen.
Uiteindelijk hopen we dat je als je in het laatste jaar zit, je zoveel kennis en vaardigheden hebt dat je geheel zelfstandig nieuwe theorie kunt verwerken en zelf een onderzoek uit kunt voeren. Dat wordt dan getoetst in het Profielwerkstuk.
De boeken
In de lessen wordt gebruik gemaakt van de lesmethode “Nova ” van Malmberg (onderbouw M/H/V en bovenbouw MAVO) en Natuurkunde Overal van uitgeverij Noordhoff (bovenbouw HAVO en VWO). Deze boeken zijn geschikt om zelfstandig uit te werken en bieden in alle leerjaren een breed overzicht van de onderwerpen uit de wereld van de natuurkunde. Hoewel je misschien niet alles even interessant vindt, zit er altijd wel genoeg bij om het vak leuk te blijven vinden.
Docenten:
Dhr. Y. Zerri
Dhr. G. Zimmerman
Dhr. Y Dasli
